Bisschop Luc Van Looy van Gent ging in de viering voor en werd aan het altaar onder meer geassisteerd door kardinaal Godfried Danneels en kardinaal Georges Cottier, huistheoloog van de paus, die door paus Johannes Paulus II als zijn vertegenwoordiger naar Gent was afgevaardigd.

In zijn homilie prees Van Looy de verdiensten van kardinaal Joos op pastoraal vlak. Na de communie hield kardinaal Cottier een korte toespraak waarin hij onder meer herinnerde aan de sterke vriendschapsbanden tussen de paus en de overleden kardinaal.

Vanuit Landskouter (Oosterzele), waar Joos jaren pastoor was, was een bus met parochianen naar Gent gekomen om de uitvaart bij te wonen. Parochianen van Landskouter deden de voorbeden tijdens de uitvaartplechtigheid. Oosterzele was onder meer vertegenwoordigd door burgemeester Johan Van Durme.

Na de uitvaarplechtigheid in de Gentse Sint-Baafskathedraal trok de rouwstoet naar het kerkje van Landskouter, waar de laatste gebeden plaatshadden en waarna kardinaal Joos op zijn uitdrukkelijke verzoek op het plaatselijke kerkhof werd begraven.