Rani Rosius stelt record op 100 én 200 meter bij

De finale van de 100 meter kende een bewogen verloop. Rosius stuurde aan op een herstart omdat ze lawaai hoorde, maar de starter ging er niet op in. De wedstrijd vertrok en Rosius bleef in haar blok zitten. De jury liet haar uiteindelijk, samen met twee anderen, opnieuw lopen. En met succes, want ze snelde naar een persoonlijk record. Ze is nu alleen tweede op de Belgische ranking aller tijden, tevoren moest ze die plaats met haar 11.28 nog delen met Cynthia Bolingo.

In haar vierde wedstrijd van de dag - kwalificaties inbegrepen - liep Rosius ook nog een persoonlijk record van 23.46 op de 200 meter, een verbetering met drie honderdsten. “Een geslaagde dag, maar vooral een stresserende dag”, zei Rosius. “Dat persoonlijk record op de 100 meter heb ik op pure woede gelopen, want ik was boos omdat de starter de wedstrijd had laten beginnen zonder mij. Op de 200 meter wist ik wel dat ik mijn persoonlijk record aankon, maar niet per se vandaag, met al drie wedstrijden in de benen.”

Vorige week in Nairobi liep Rosius nog een supertijd van 11.08, maar de wind blies daar met 2,5 meter per seconde te veel in de rug. “Het heeft mij wel vertrouwen gegeven”, zegt ze daarover. “Ik heb die tijd nu in de benen en weet ik zeker dat ik het nog eens zal kunnen, al is dat voor dit jaar misschien te ambitieus. Ik hoop gewoon om eens onder de 11.20 te duiken.” Het Belgische record staat met 11.04 op naam van Kim Gevaert.

Jonathan Sacoor wint 200 meter met persoonlijk record

Drie jaar stond het persoonlijk record van Sacoor op de 200 meter, 21.15, al op de tabellen. Op de 400 meter staat zijn 45.03 zelfs al vijf jaar, sinds zijn wereldtitel bij de junioren. “Het doet deugd en het geeft heel veel vertrouwen om eindelijk nog eens een persoonlijk record achter mijn naam te zien”, zegt Sacoor. “Je kan wel beweren dat het op training goed gaat, zoals ik vorig jaar gedaan heb, maar als je in wedstrijd niet presteert, heeft dat weinig zin.”

Afgelopen winter deed Jacques Borlée in de pers nog een uitval naar zijn poulain Sacoor door te stellen dat hij er niet genoeg voor leefde. “Dat was een wake-up call”, vertelt Sacoor daar nu over. “Hij heeft mij op de vingers moeten tikken en ondertussen heb ik een klik gemaakt, ook met de hulp van een psycholoog. Het belangrijkste probleem was dat ik de wedstrijden te veel over mij heen liet komen en te veel op automatische piloot liep. Nu leef ik actiever en met een betere mindset naar mijn wedstrijden toe.”

Of hij dit seizoen weer naar zijn oude niveau geraakt, durft Sacoor nog niet te zeggen. “Ik ga nog geen al te grote uitspraken doen. De progressie zal stap voor stap moeten komen. Ik ga ook niet in een paar weken van 47 seconden naar 44 seconden gaan op de 400 meter, dus het WK in Boedapest is nog heel veraf.”

Noor Vidts werkt laatste test voor Götzis af

Op de horden moest Vidts opboksen tegen 2,5 meter per seconde tegenwind en bleef ze ver boven haar persoonlijk record van 13.17. “Ik was te braaf en moet agressiever durven zijn”, zegt de wereldkampioene op de vijfkamp in zaal daarover. “Het kogelstoten was goed. Met worpen boven de veertien meter ben ik altijd tevreden.” Haar persoonlijk record staat op 14m43.

Met slechts enkele voorbereidingswedstrijdjes in de benen start Vidts volgend weekend, op 27 en 28 mei, in het prestigieuze Götzis. “Het is altijd wat moeilijk inschatten waar je staat zonder veel wedstrijden op de teller, maar een van de redenen om daar te starten is ook net om te kijken waar ik sta”, legt ze uit. “Het is moeilijk om uitspraken te doen over bepaalde disciplines waar ik veel van verwacht, al heb ik wel heel veel op de 800 meter getraind. Ik heb er vooral veel zin in, want Götzis is toch altijd speciaal.”

Vidts noemt Götzis “een tussenpiekje richting WK”, maar dat wil niet zeggen dat ze niet met het eindresultaat bezig is. “Je doet weinig zevenkampen op een jaar, dus als je start, wil je zo hoog mogelijk scoren”, klinkt. “Ik zit met wat hinder aan de achillespees, maar het is genoeg onder controle om deel te nemen in Götzis.”