Een uitzinnige Cegeka Arena was zondagavond getuige van de spetterende 3-1-zege van KRC Genk tegen Club Brugge op de openingsspeeldag van de play-offs. De ochtend nadien was de rust aan het Stadionplein helemaal teruggekeerd. Wel van de partij: Wouter Vrancken. De coach van de fiere competitieleider schoof aan tafel bij onze chef sport voor een gesprek over de wedstrijd tegen blauw-zwart, de titeldroom, zijn grote voorbeelden en zijn toekomst.

Titel en toekomst

De overwinning tegen Club Brugge heeft het geloof in de vijfde landstitel in de Genkse clubgeschiedenis ook bij de Truienaar aangewakkerd. “Het geloof is groot. Als we er niet in zouden geloven, kunnen we de stekker er nu beter uit trekken”, luidt het.

Vrancken is iemand die houdt van een project en zich uitstekend in zijn vel voelt bij KRC Genk. Die waardering is trouwens wederzijds. Zijn contract loopt nog tot 2026. Maar wat als hij de landstitel pakt en er een onweerstaanbaar aanbod komt? “Het is sowieso de bedoeling om te blijven. Maar in het voetbalwereldje zo’n uitspraken doen, is dansen op een slappe koord, want je weet natuurlijk nooit wat er gebeurt. Maar het is zeker en vast niet mijn bedoeling om te vertrekken.”

Het is sowieso de bedoeling om te blijven. Maar in het voetbalwereldje zo’n uitspraken doen, is dansen op een slappe koord, want je weet nooit wat er gebeurt

Wouter Vrancken

De kleine Guardiola

Verder leren we ook dat Vrancken een gezinsman is die geregeld wandelt, als tennisser een sterke forehand heeft, geniet van “lachen en zeveren” en graag bijleert van andere trainers. Zo ging hij eerder dit seizoen al eens op bezoek bij Vincent Kompany in Burnley, binnenkort staat dan weer een tripje naar het Feyenoord van Arne Slot op het programma.

Maar met welke topcoach zou hij het liefst eens rond de tafel zitten? “Dat is heel moeilijk. Ik kijk graag naar het energieke voetbal van Jürgen Klopp, maar je kan ook niet rond Pep Guardiola en zijn positiespel. ‘De Kleine Guardiola’ ken ik nu wel beter, als je Vincent zo mag noemen. (lacht) Dat is ook een topcoach, Burnley zal zeker niet zijn eindstation zijn.”