Trump had vorige week gemeld dat hij dinsdag zou worden opgepakt, maar het college dat over de vervolging moet besluiten - de grand jury - is woensdag ook nog aan het werk. Het openbaar ministerie in Manhattan onder leiding van de Democratische jurist Alvin Bragg moet daarop wachten.

Trump zou worden aangeklaagd over vermeend administratief gesjoemel ruim zes jaar geleden, toen hij presidentskandidaat was. Het zou geen ernstig misdrijf zijn. Maar volgens Trump en zijn partijgenoten gaat het om “een ongekende politieke vervolging door de links-radicale aanklager Bragg van een ex-president en kandidaat bij de volgende presidentsverkiezingen”.

De aanklacht richt zich op mogelijk strafbare feiten in de administratie van Trump en ondernemingen van hem, na de betaling van een bedrag van 130.000 dollar als zwijggeld aan pornoster Stephanie ‘Stormy Daniels’ Clifford door een raadsman en zakenpartner van Trump, Michael Cohen. De betaling zou zijn verhuld en mogelijk zijn belastingen ontdoken. Trump en zijn advocaten stellen dat hij destijds het slachtoffer was van afpersing door Daniels.

Cohen heeft eind 2018 drie jaar cel gekregen wegens malversaties die hij volgens de rechters had gepleegd terwijl hij werkte als advocaat van Trump. De twee hebben slaande ruzie gekregen en de aanklacht tegen Trump is volgens een aantal media voornamelijk op zijn uitspraken gebaseerd.