Irene aan ‘haar’ abdij: die van Herkenrode. — © JL de Lagausie
Irene bezocht 150 cisterciënzerabdijen en vond er rust en… de liefde
Irene Bien (69) uit Godsheide verloor haar man toen ze nog maar 44 was. Op zoek naar nieuwe zingeving werd ze toeristische gids. Toen ze gepassioneerd raakte door cisterciënzerabdijen, stond haar leven weer helemaal op de rails en vond ze opnieuw liefde in - jawel - een abdij.
“Mijn man runde een bedrijf dat onder meer verse vis, wild en diepvriesproducten verdeelde aan grootkeukens en restaurants. Ik werkte met hem samen en deed er de verkoop”, vertelt Irene. “In 1990 besliste hij om ermee te stoppen. ‘Dan hebben we tijd om dingen met ons tweetjes te doen’, zei hij. Twee jaar later werd hij ziek en heb ik hem spijtig genoeg moeten afgeven.” Irene was nog maar 44 en wilde na die zware klap opnieuw zin aan haar leven geven. “Thuis blijven zitten of een hobby uitoefenen zag ik niet zitten. Tijdens een culturele uitstap met een vriendin naar Gent, kwam het ineens in mij op: ik wil toeristische gids worden.” En zo gebeurde. Irene werd, na een opleiding en een stage, freelance gids voor Limburg en Hasselt. In die hoedanigheid leidde ze ook groepen rond in de abdij van Herkenrode. “Wijlen Wim van Lishout, voorzitter van de Herkenrode vzw en bezieler van het abdijproject, vroeg mij of ik coördinator in het ‘Europees Charter van de cisterciënzerabdijen en -sites’ wilde worden. Dat was in 2002, ik werd zo verantwoordelijk voor de relatie tussen Herkenrode en die overkoepelende Europese vereniging. En eerlijk gezegd, ik wist toen bijna niets over cisterciënzer abdijen. Ik ben de boeken ingedoken en alleen naar de Bourgogne - de bakermat van de cisterciënzers - gereden om er abdijen te bezoeken.”
In 2013 waren koning Albert en koningin Paola op bezoek in de abdij van Fontfroide. Ze werden door Irene ingewijd in de wereld van de cisterciënzers. — © JL de Lagausie
150 abdijen
Twintig jaar later heeft Irene maar liefst 150 abdijbezoeken op haar palmares staan. “Men had mij vanuit Herkenrode ook gevraagd of ik een groepsreis wilde organiseren ’naar de bronnen van de cisterciënzers’. Dat was meteen een succes, met 46 personen uit Hasselt en omstreken trokken we naar de plek waar het allemaal begon: de abdij van Cîteaux in Frankrijk. Toen we terugreden naar België, vroeg men mij: ’En waar gaan we volgend jaar naartoe?’’ (lacht) Het jaar daarop trokken we naar abdijen in de Provence, de Languedoc, nadien volgden Noord-Frankrijk, België, Spanje, Portugal, Tsjechië, Zweden, Italië, Engeland,… Dit jaar gaan we weer naar Spanje. We bezoeken er de regio Castilla y León, tussen Madrid en Burgos.”
Irene aan de abdij van Alcobaça in Portugal. — © JL de Lagausie
Abdis van Herkenrode
Irene merkt dat er duidelijk veel vraag is naar dit soort themareizen. “Mensen zoeken in deze drukke tijden stilte en sereniteit, een plek om na te denken over het leven. Niet dat wij continu bidden als we een abdij bezoeken (lacht), maar zeker als je een ‘levende’ abdij - waar nog zusters of monniken wonen - binnenstapt, merk je hoe hectisch ons leven is en hoe het ook anders kan.” Maar de Hasseltse vond meer dan alleen stilte en rust. “De vierde trip die ik organiseerde ging naar de abdij van Fontfroide, in de regio Languedoc-Roussillon, nu ‘l’Occitanie genoemd. De eigenaar van de abdij van Fontfroide stelde mij de hulp voor van Jean-Louis, hij werkte voor de abdij van Fontfroide, eigenlijk zoals ik in Herkenrode. En hij was ook weduwnaar…” (lacht) Eén van hun eerste ‘dates’ volgde enkele weken later. Irene nodigde Jean-Louis uit voor een retraite in de abdij op de Katsberg (Mont-Des-Cats), in Frans Vlaanderen, die ze samen met 10 bevriende koppels had gepland. “Een abdis kan ook verliefd worden, vertelde ik tegen mijn vrienden om hen voor te bereiden op Jean-Louis. Want zo noemen ze mij: de abdis van Herkenrode.”
Irene en Jean-Louis. — © JL de Lagausie
Jean-Louis en Irene werden niet alleen een koppel, ze werken sindsdien ook nauw samen als vertegenwoordigers van hun abdij. “Wij hebben het geluk te werken voor twee schitterende abdijen: Herkenrode, de eerste, rijkste en belangrijkste vrouwenabdij in de Nederlanden, nu zo mooi gerestaureerd; en Fontfroide, één van de meest volledige abdijen in Europa, een juweeltje!”
Trappist
Als Irene er één abdij moet uitlichten, is het die van Alcobaça in Portugal, 100 km boven Lissabon. “Die abdij is een typisch voorbeeld van hoe Sint-Bernardus wilde dat cisterciënzerabdijen er uitzagen. Geen versiering in de kerk, niks tegen de muren, want dat zou mensen afleiden van het gebed. Heel eenvoudig, maar toch prachtig.” Wie abdij hoort, denkt natuurlijk ook aan bier. Voor velen een extra motivatie om mee op reis te gaan. “Trappisten zijn ook cisterciënzers, zij behoren tot de zogenaamde ‘Strikte Observantie’, die abdijen zitten natuurlijk ook in ons programma. Ook Herkenrode heeft een schitterend Abdijbier. Onze reizen zijn ook geëvolueerd naar meer dan alleen abdijbezoeken. We wonen concerten bij, bezoeken andere bezienswaardigheden in de buurt, we maken kennis met de wijnen, champagne, kazen en bieren en zoveel andere producten, geproduceerd door cisterciënzers.”
Met Wim Van Lishout en Jean-François Leroux, voormalig president van het Europees Charter, in de abdij van Clairvaux — © JL de Lagausie
Europa telt nog ongeveer 200 à 250 abdijen die openstaan voor het publiek, sommigen nog bewoond door monniken of monialen, andere kregen een andere bestemming en worden beheerd door de overheid of privé-eigenaars . Irene heeft dus nog een hele lijst af te werken. “Er zijn landen die we nog niet in groep bezochten, zoals Polen, dat heel veel abdijen telt. Ik wilde daar dit jaar al naartoe gaan, maar de oorlog in Oekraïne is daar wel heel dichtbij gekomen. Zolang we gezond zijn, blijven we abdijen bezoeken!”
Wat is de orde van de cisterciënzers?
De orde ontstaat als Robert, de prior van een benedictijnenabdij, in 1075 samen met enkele metgezellen, een nieuw klooster bouwt in de wouden van Molesme en dit vervolgens ook verlaat om in een eenzame streek te gaan leven volgens de strenge regel van de Heilige Benedictus. In 1098 vestigen zij zich in een moerassig gebied, Cistellum, volgens de legende genoemd naar de plantenfamilie van het zonneroosje (Cistaceae). De vorm van het blad zie je op cisterciënzer kapitelen. Hun vestingsplaats krijgt de naam Cîteaux en wordt de ‘moederabdij’.
Er ontstaan vier dochterabdijen: La Ferté, Pontigny, Clairvaux en Morimond.
In Clairvaux wordt de Heilige Bernardus de eerste abt, De orde kent een enorme opgang. In 1152 telt de Orde van Cîteaux reeds 343 abdijen en in 1670 zijn er in Europa ongeveer 2.500 abdijen.
Uiteraard wordt er gedelegeerd, Zo staat Herkenrode onder toezicht van de abt van Clairvaux. Deze duidt op zijn beurt de abt van Aulne in Henegouwen aan om als vicaris-generaal op te treden voor de dochterabdijen in het Prinsbisdom Luik, waaronder Herkenrode.
Meer info op www.irenebien.be
Hoofdpunten
Boze mijnwerkers trekken door Hasselt: “We zijn niet van plan om ons te laten benadelen”
Titelkoorts weer aangewakkerd: Stad Genk steunt KRC met blauwe fonteinen en vlaggen
Koningin Mathilde ontvangt eredoctoraat van de UHasselt: “Dit laat me niet onberoerd”
Waarom reageerden jongeren zo hevig op topless vrouw? “Typisch verzet tegen de dominante cultuur”