Vorig jaar moest Neuville in Zweden nipt de duimen leggen voor de latere wereldkampioen, Kalle Rovanperä. Logisch dus dat de Oostkantonner met hoge verwachtingen naar het koude Umea trok. Maar het liep al mis bij de laatste voorbereidingen op de tweede manche van het wereldkampioenschap: Neuville moest met hoge koorts verstek geven voor de laatste testsessie.

Ook bij de start op donderdagavond voelde de Hyundai-kopman zich nog niet kiplekker, getuige het hoestje en de waterige ogen. Op vrijdag liep het al wat beter, maar toen leek de wagen niet te kunnen volgen. “Het ding lijkt niet te willen insturen”, klonk het bij Neuville aan het eind van de ochtendlus. “De auto onderstuurt voortdurend, en dan is het moeilijk om snelheid te ontwikkelen.”

’s Namiddags leek Neuville wat meer tempo te kunnen maken, maar toen raakte hij één van de vele sneeuwbanken. Op zich niet erg – zowat iedere rijder duwt zich in Zweden wel eens af tegen de witte muren – maar de voorbumper en -spoiler van Neuvilles Hyundai overleefden de tik niet. Gevolg: minder neerwaartse druk op de voortrein en nog meer onderstuur. “Niet de beste dag, neen”, stelde Neuville aan het eind van de dag schouderophalend. “Door de beschadiging aan de voorkant was het heel moeilijk om goede tijden neer te zetten. Bovendien hadden we als tweede op de baan niet de beste startpositie. Toch konden we het tijdsverlies nog relatief beperken, we zien wel wat het vervolg geeft.”

Voorin vochten Craig Breen (Hyundai) en Ott Tänak (Ford) een spannend duel uit. Het was uiteindelijk de Ier die als eerste mag gaan rusten, met 2,6 seconde voorsprong op de Est. Op zaterdag wacht er de WRC-rijders 126 km. tegen de klok.