Faure, die de Franse socialistische partij sinds 2018 leidt, had bij de interne partijverkiezingen vorige week 51,09 procent van de stemmen gehaald. Mayer-Rossignol was uitgekomen op 48,91 procent, maar wou het resultaat niet aanvaarden. De burgemeester van Rouen gewaagde van onregelmatigheden. 

Na een week van intern geruzie en een lange onderhandelingsnacht sloten Faure en zijn uitdager zaterdag een akkoord die de eenheid in de partij moet herstellen. Mayer-Rossignol erkent Faure als eerste secretaris en wordt zelf, samen met Johanna Rolland, gedelegeerd eerste secretaris, een functie die voor de gelegenheid werd bedacht. 

Daarmee is de interne machtsstrijd voorlopig van de baan. Bij de verkiezingen ging het vooral om de koers die de socialisten moeten varen. Faure blijft voorstander van de alliantie met groenen en uiterst links (Nupes) om de partij drijvende te houden, Mayer-Rossignol wou liever op eigen kracht verder. 

De Franse socialisten hangen al jaren in de touwen en zitten in overlevingsmodus. Met François Mitterrand (1981-1995) en François Hollande (2012-2017) leverde de partij nog presidenten, maar bij de verkiezingen van 2017 en 2022 moesten haar kandidaten genoegen nemen met amper 6,35 en 1,75 procent van de stemmen.