Slechts 16 procent van de trajectcontroles langs Vlaamse wegen kunnen laagvliegende motorrijders flitsen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Rita Moors (N-VA) bij minister van mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) opvroeg.

Bij trajectcontroles wordt via camera’s de snelheid over een langere afstand gecontroleerd. Op vraag van de politie flitsen de camera’s de passerende voertuigen echter quasi bijna altijd langs de voorkant. Vermits motoren enkel een nummerplaat aan de achterkant hebben, gaan snelheidsduivels op de motor bij dat soort opstellingen dus vrijuit.

Behalve in 16 procent van de trajectcontroles, waar de opgestelde camera’s wél de achterkant van het voertuig flitsen, aldus Peeters. Waar die staan, maakte Peeters niet bekend.

Waarom er bij trajectcontroles veel vaker langs voor wordt geflitst? Volgens de politie is de nummerplaat vooraan vaak beter leesbaar, zeker bij vrachtwagens. Camera’s vooraan hebben bovendien het voordeel, dat er straks ook andere zaken mee gecontroleerd kunnen worden, denk aan camera’s die quasi volledig automatisch op gordeldracht en gsm-gebruik zullen kunnen controleren. (wer)