Wout van Aert blikt uitgebreid vooruit op Parijs-Roubaix: “Je hoopt natuurlijk op ‘die’ benen, maar je weet dat dat niet realistisch is”
Twee dagen voor zijn comeback in Parijs-Roubaix heeft Wout van Aert tekst en uitleg gegeven bij zijn vormpeil voor de kasseiklassieker van zondag. “Ik ben weer helemaal gezond en fit om te koersen. Dus ik ben heel blij dat ik na de tegenslag alsnog Parijs-Roubaix kan fietsen”, vertelde Van Aert.
Wout van Aert paste donderdag nog voor de officiële ploegverkenning van de kasseien van de Hel van het Noorden, maar verscheen vrijdag wel voor het eerst op het parcours. De Belgische kampioen is helemaal hersteld van de coronabesmetting die hem weghield uit de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race. “Het is héél moeilijk om in te schatten hoe ik ervoor sta”, meent Van Aert. “Op training heb ik de laatste dagen wel iets intensiever kunnen trainen. Daar reageerde ik op zich wel goed op. Maar alles dat je tijdens de inactiviteit en die eerste rustige dagen van het fietsen hebt weggeveegd, dat kun je niet zomaar herstellen. Ik zal iets minder zijn, maar het is moeilijk te zeggen hoeveel minder. Je bent gewend om eigenlijk 365 dagen per jaar te trainen en jezelf te smijten. En dan wordt er plots vijf, zes dagen echt een rem op gezet, dat je eigenlijk niks doet. Dusdat was wel even zoeken weer naar een aanvaardbaar gevoel. Ik ben zeker niet op het niveau dat ik voor de Ronde van Vlaanderen had.”
Ondanks het ontbreken van de absolute topvorm, wou Van Aert zondag absoluut meedoen. “Parijs-Roubaix is een supermooie koers en ik ben natuurlijk iemand die altijd wil koersen om te winnen. De keuze om toch te rijden, ook al is het niet in de best mogelijke conditie, is vooral om niet het gevoel te hebben alles te missen. Het is met die insteek dat ik hier sta en dat geeft wel veel twijfels. Je hoopt natuurlijk wel op ‘die’ benen, maar je weet eigenlijk dat dat niet realistisch is”
“Als ik gewoon oké ben, hoop ik ergens in de finale te geraken”
In normale omstandigheden zou Van Aert zondag starten als absolute kopman van Team Jumbo-Visma, maar dat zal nu niet het geval zijn. “Ik denk dat mijn rol anders zal zijn dan gewoonlijk. Normaal ben ik de echte kopman. Ik denk dat we dit jaar wel op een manier koersen, dat we met velen in de finale proberen te geraken. Alsnog ben ik dan meestal degene die zich het langst kan sparen. Ik hoop dat dat nu anders zal zijn en daar bedoel ik vooral mee dat ik hoop dat ik ergens in die finale geraak en ondersteunend kan zijn voor Christophe (Laporte, nvdr.), Nathan (Van Hooydonck, nvdr.) of Mike (Teunissen, nvdr.). Uiteraard hoop ik niet in het begin op kop te moeten rijden omdat ik me zo slecht voel. Als ik gewoon oké ben, hoop ik ergens in de finale te geraken en dat ik die jongens kan ondersteunen.”
Naar eigen zeggen rijdt Van Aert dus zondag in een dienende rol. “Dat is in ieder geval het idee ja. Het is een koers die je nooit kunt voorspellen. In een dienende rol zijn er al heel veel jongens ver geraakt hier. Dus natuurlijk hoop ik daar stiekem op, maar ik start in ieder geval met die insteek. Het klinkt ook voor mij raar. Ik ben gewoon heel blij dat ik er weer bij kan zijn. Ook al is het dan met het iets mindere benen. Het zou meer pijn doen als ik ook dit nog moest laten varen.”
“Gelukkig was ik niet zwaar ziek”
De winnaar van de Omloop Het Nieuwsblad en E3 Saxo Bank Classic kwam ook nog uitgebreid terug op zijn coronabesmetting. “Alles liep eigenlijk heel goed in de voorbereiding richting de Ronde van Vlaanderen. Op de dag van de verkenning werd ik dan ziek wakker. Toen heb ik volgens de maatregelen een test gedaan en bleek ik corona te hebben. Dat betekende eigenlijk meteen een kruis over wat er volgde. Gelukkig was ik eigenlijk snel al wel min of meer oké. Daarna hebben we alle nodige testen gedaan: harttesten, bloedtesten en afgewacht hoe mijn gezondheid evolueerde. Toen ik me eenmaal goed voelde, heb ik geprobeerd de training weer op te pikken. Dat was een beetje zoeken wat ik al aankon, maar de afgelopen dagen voelde ik dat ik oké was en dus wilde ik er toch heel graag bij zijn.”
Met pijn in het hart moest Van Aert de Ronde van Vlaanderen vanuit zijn zetel bekijken. “Tot op de dag van de koers voelde dat eigenlijk heel raar aan, maar toen ik de koers aan het kijken was, had ik het wel echt lastig. Dat was bij de Amstel Gold Race opnieuw zo. Toen had ik op zich toch wel iets van: ook al is het niet in topvorm, ik zou toch wel heel graag er nog iets van maken. Ik heb natuurlijk al een mooi seizoen gehad, met een paar mooie overwinningen. Dat verzacht de pijn natuurlijk. Ik had wel bepaalde keuzes gemaakt en mijn schema zo gebouwd om bij de monumenten op mijn best te zijn. Die zijn nu in het water gevallen en dat is wel echt balen. Ik zat in isolatie. Ik kon ook het huis niet uit. Dan was ik eigenlijk verplicht om te kijken, dus ja, ik heb gekeken.”
© BELGA
“Gelukkig was ik niet zwaar ziek. Ik heb nooit koorts gehad. Het waren eerder verkoudheidssymptomen: keelpijn, verstopte neus, een heel zwaar hoofd. Dus die dingen. De vermoeidheid heeft er wel lang ingezeten. Het is eigenlijk pas van de laatste dagen dat dat iets beter gaat. Er was direct contact met de ploegdokter en ik heb ook veel te danken aan de arts waar ik thuis altijd langs ga, al mijn hele carrière. We hebben elke dag gewoon een beetje naar mijn gevoel geluisterd in de eerste plaats. Ik denk dat dat het belangrijkste is, want het gaat nu met corona natuurlijk heel vaak over hartproblemen en dat soort dingen. Het blijft een virale infectie en dan is de eerste parameter gezondheid zijn en belastbaar zijn en daar zijn we wel heel voorzichtig mee geweest. Dat was voor mij een hele opluchting, dat bij de cardioloog op de echo alles heel normaal bleek te zijn tijdens maximale inspanning. Tijdens de eerste training ben je heel voorzichtig, maar sindsdien heb ik normaal het proces kunnen doormaken van iemand die ziek geweest is.”
Tot op vandaag heeft Van Aert niet echt een idee hoe hij besmet is kunnen geraken. “Ja, je zoekt natuurlijk wel naar wie en hoe. Eigenlijk heeft dat niet veel zin. Het was ongeveer een viertal dagen na hetweekend E3 Prijs, Gent-Wevelgem. Daar word je toch blootgesteld aan veel contacten. Ik zal toch daar ergens besmet geraakt moeten zijn. Zoals je zegt: je doet er alles aan, maar dan rijd je een koers en heb je het toch niet in de hand. Dat is het leven.”
Hoofdpunten
Op audiëntie bij Tadej Pogacar, die het ideale scenario voor de Ronde van Vlaanderen kent: “Als ik wil winnen, moet ik alleen aankomen”
Lotte Kopecky droomt van tweede zege op rij in Ronde, maar heeft toch een voorkeur: “Als ik moet kiezen, ga ik voor Parijs-Roubaix”
Ploegleider Wilfried Peeters: “Op een dag staat Remco Evenepoel aan de start van de Ronde van Vlaanderen”
Tom Pidcock weet al (een beetje) wat er zondag gaat gebeuren, maar wil zich vooral meten met de ‘Grote Drie’: “Wie wint de Ronde? Ik!”
Lees meer
Op audiëntie bij Tadej Pogacar, die het ideale scenario voor de Ronde van Vlaanderen kent: “Als ik wil winnen, moet ik alleen aankomen”
Oud-winnaars Stijn Devolder en Nick Nuyens over wat de Ronde zo speciaal maakt: “Die kick... ik weet dat ik dat nooit meer ga meemaken”
Dylan Teuns, vorig jaar zesde, gaat in de Ronde op zoek naar bevestiging maar…“Ik ben geen fan van anticiperen”
Vijf stellingen over hoe de Ronde van Vlaanderen zal verlopen: “Wout van Aert heeft geen schrik van een man-tegen-manduel”