De bal ging op 12 april 2019 aan het rollen aan de Koolwitjesweg in Pelt. Het was de eigenaar van de villa die aan de alarmbel trok. Hij merkte dat de 42-jarige zoon van het Lommelse gezin als huurder geknoeid had met de watermeter en elektriciteitskast in de woning. Ook waren er gaten in het verluchtingssysteem en hing er een cannabisgeur. De zoon had de villa op dat moment al verlaten. “Een huiszoeking in zijn nieuwe woning leverde 36 cannabisplanten in de kelder op. Bij zijn ouders in de Pieter Breugheldreef in Lommel trof de politie 195 planten in de kelder aan, ook lag er cannabis te drogen. Bij hun dochter (39) en haar partner (41) in Pelt stonden nog eens 15 planten in de tuin en lag allerhande materiaal om een plantage op te zetten”, aldus de procureur donderdag in de Hasseltse correctionele rechtbank.

“Keihard gewerkt en alles moeten afgeven”

De ouders en de zoon betwistten de plantages niet. Wel claimden ze elk op eigen houtje te hebben gehandeld en dat er geen sprake was van een familiebedrijf zoals de procureur het bestempelde. “Het spijt ons heel erg”, sprak de 64-jarige moeder van het gezin die mee de meubelzaak in Noord-Limburg runde. “Veertig jaar hebben wij keihard gewerkt en zijn dan door omstandigheden failliet gegaan. Alles hebben wij moeten afgeven. Zelfs ons huis, doordat wij veel schulden hadden. Wij hebben dingen gedaan die we niet hadden moeten doen. Dat weten wij nu wel”, zuchtte de vrouw. “Ik schaam me dood dat ik hier sta”, voegde haar man er nog aan toe. De procureur vorderde 18 maanden cel en 8.000 euro boete voor elk. “U zal oordelen of een deel met uitstel moet”, klonk het gericht aan de rechter. De verdediging bij monde van advocaten Lore Gyselaers en Niels Vos wees erop dat de verdachten zich herpakt hadden en de kinderen weer aan het werk waren. Ook benadrukten ze dat het onderzoek lang had stil gelegen waardoor de zaak al lang aansleept en dat het om minieme hoeveelheden ging. Raadsman Jan Swennen vroeg de vrijspraak voor de dochter en haar partner. Vonnis op 28 april.