De wetenschappers van het museum waren een controlevlucht aan het uitvoeren. Ze hadden een dubbele taak: het tellen van het aantal zeezoogdieren en een zogenaamde ‘pollutiecheck’. Noordwesten van de West-hinder zandbank, zo’n 37 kilometer voor de kust van Nieuwpoort, merkten ze een groep van om en bij 25 tuimelaars op. Opvallend: er zaten ook enkele kalfjes bij. Volgens de wetenschappers gebeurt het af en toe dat een eenzame tuimelaar gespot wordt in de Noordzee, maar een school, dat gebeurt zelden.

Vermoedelijk is de school te verklaren door de aanwezigheid van grote hoeveelheden ‘pelagische vissen’. Dat zijn vissoorten die zich in grote scholen leven, van het wateroppervlak tot de bodem. Haringen, sardienen en makrelen behoren tot die categorie.