





Oorlogsdagboek van 408 bladzijden
Zaterdag en zondag wordt een oorlogsdagboek over Lummen en omstreken van 408 bladzijden voorgesteld in ontmoetingscentrum Oosterhof. Zaterdag worden tijdens het herdenkingsorkest van Demer en Laak fragmenten uit de nota's van hoofdonderwijzer Karel Thiels voorgelezen. Elk jaar komt aan bod en telkens worden bijhorende foto's getoond. Zondag kan ook de tentoonstelling over de Eerste Wereldoorlog gratis bezocht worden. Het lijvige oorlogsdagboek kost 15 euro, na 5 december 20 euro zolang de voorraad strekt.
J.M.J. Woensdag 20 november 1918: Koel - zeer mistig weder.
De ganse morgen gaat voorbij in het hangen onzer vlaggen en verdere versiering voor onze Belg. troepen.
De D. koken en stoken en laden hunne wagens. Om half twaalf speelt de muziek, de aftocht begint, eerst drommen voetvolk en dan ene onafzienbare hoeveelheid wagens. Er komt wat tussenpozing. De aftocht wordt gedekt door ene batterij van drij kanonnen, een afdeling hulanen [uhlanen] (wij zagen ze in 1914 ook het eerst), ene partij gewapende infanterie en dan een vijftigtal cyclisten. De laatste Pruis verdwijnt om 1 ¼ uur aan den hoek der markt. Ja de laatste Pruis. Gode zij dank! Gode zij dank! Eeuwigen dank!!
Gans het dorp stond aan de deuren het gelukkig ogenblik af te wachten. "God dank, zij zijn vertrokken klonk uit ieders mond. Mij dunkt dat op dat ogenblik het aanschijn van Lummen veranderde. Mijn kinderen schenen mij liever, het zonnetje, dat eventjes lichte [lichtte], lachte ons toe, onze van bladeren beroofde bomen schenen hunne takken naar ons te wiegen. Het haantje op de toren hoorde ik ons de vrijheidsdageraad toe te roepen. De Belgische driekleur vond ik prachtiger dan vroeger, de lucht lichter om in te ademen.
Goede God wat hebt Gij ons toch gelukkig gemaakt. Bewaar nu ons land in vrede en liefde en eendracht!
Geen half uur zijn de Duitsers vertrokken of ten minste honderd man zijn het dorp aan 't oppoetsen met bezems, gritsels en kruiwagens. De huizen worden gewassen en geschrobt [geschrobd], want van al de vuiligheid die de D. hier lieten mag geen strospier overschieten, als onze lieve Belgische Franse Engelse Amerikaanse soldaten hier komen.