De Commissie legt op dit ogenblik de laatste hand aan haar kader voor het klimaat- en energiebeleid dat tot 2030 gevolgd moet worden. Zoals het er naar uitziet, presenteert ze over enkele weken haar 'witboek', dat vervolgens door de staatshoofden en regeringsleiders besproken zal worden op een Europese top.

"Belangrijk"

Wathelet, Gabriel en hun collega-ministers van Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Italië en Portugal geven de Commissie alvast een schot voor de boeg. "We wensen het belang te benadrukken van een doelstelling voor hernieuwbare energie", schrijven ze in een brief die op 23 december naar de Commissie verstuurd werd en maandag uitlekte via milieuorganisatie Greenpeace. Ze noemen zelf geen cijfers, maar zeggen dat "als het kader op de juiste en een kostenefficiënte manier wordt uitgewerkt, voor meer jobs, hogere groei en een beter concurrentievermogen zal zorgen".

Andere voordelen zijn een verminderde afhankelijkheid van energie-invoer, een grotere energiezekerheid en een versterking van de interne energiemarkt. "Een doelstelling voor hernieuwbare energie zal de weg voorbereiden voor een efficiënte planning en uitbreiding van het Europese netwerk", schrijven ze verder. Achterliggende idee is dat met zo'n transnationaal netwerk ('grid') heel Europa kan profiteren van de windenergie die op de Noordzee gewonnen wordt of van de zonne-energie die uit Zuid-Europa afkomstig is.

Doelstellingen voor 2020

Het lopende beleidskader is gebaseerd op de klimaat- en energiedoelstellingen die tegen 2020 gehaald moeten worden. Het aandeel hernieuwbare energie moet tegen dan 20 procent van het verbruik bedragen. Ook al is er nog heel wat werk aan de winkel, schrijven Wathelet en co dat de bindende doelstelling "de drijvende kracht is achter de huidige ontwikkeling van hernieuwbare capaciteit in de EU". Ook op het vlak van de uitstoot van broeikasgassen en energie-efficiëntie zijn "ambitieuze en haalbare" doelstellingen nodig, zeggen ze ook.

Belga, archieffoto