In 1992 werd uit de mijn van Zolder de laatste Limburgse steenkool bovengehaald. Althans, voorlopig. Volgens Michiel Dusar, gastdocent aan de Provinciale Hogeschool Limburg en verbonden aan de Belgische Geologische Dienst, is het alleen nog wachten op een politicus met genoeg gezond verstand én investeringszin, om de mijnen te heropenen. "Op nieuwe plaatsen dan wel. De oude mijnschachten stonden honderd jaar geleden perfect om de steenkoollagen eronder aan te boren, maar nu staan ze te ver van de productiegebieden", stelt Dusar.

30 miljard ton

Er zijn drie goede plaatsen voor de bouw van een mijnschacht van de toekomst: Opglabbeek, het grensgebied Helchteren/Hechtel en de driehoek Meerhout-Balen- Leopoldsburg.

"In de jaren tachtig, net op het moment dat de laatste mijnen werden gesloten, flakkerde de belangstelling voor steenkool nog even terug op door de crisis en de energieschaarste. Van de onderzoeken toen weten we dat er naar schatting 30 miljard ton steenkool onder Limburg zit, waarvan met de huidige technologie naar schatting 800 miljoen ton kan worden ontgonnen. Dat is een enorm potentieel, als je weet dat in het recordjaar van de mijnen 'maar' 10 miljoen ton steenkool werd bovengehaald, of 450 miljoen ton over alle jaren samen."

"Als hier iemand vandaag beslist om een mijn te openen, dan kost dat echter twintig jaar aan vergunningsaanvragen, openbare onderzoeken, enz. vooraleer de eerste spade inde grond kan worden gestoken." Tweede probleem is dat het Limburgse steenkool te vettig is voor de traditionele kachel thuis. "Maar voor centrales is het wel geschikt", zegt Dusar. Een andere mogelijkheid bestaat erin het Kempensezwarte goud als het wareuit te persen. "Elke ton Kempens steenkool kan tot 240 liter benzine opleveren."

"Het mijngas is wel niet makkelijk naar boven te krijgen", geeft Dusar toe. "Het is verbonden met het steenkool en moet met een soort onderdruk naar boven worden gewerkt. Het is moeilijk, maar het kan."

GW